SHARP

Taal

REGELMATIG ONDERHOUD

Voor een optimale werking moet het apparaat regelmatig worden gereinigd.

Waarschuwing

Gebruik geen ontvlambare sprays bij het reinigen van het apparaat. Als het gas uit de spuitbus in contact komt met warme elektrische onderdelen of de fuseereenheid binnen in het apparaat, kan er brand of een elektrische schok optreden.

Lep op

  • Gebruik geen thinner, wasbenzine of soortgelijke vluchtige reinigingsmiddelen bij het reinigen van het apparaat. Hierdoor kan de behuizing verkleuren.
  • Veeg vuil met een zachte doek voorzichtig van het spiegelende deel van het bedieningspaneel (rechts afgebeeld). Als u een harde doek gebruikt of te veel kracht toepast bij het wrijven, kunt u het oppervlak beschadigen.

DE GLASPLAAT EN AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID REINIGEN

Neem de onderdelen af met een schone, zachte doek.
Maak de doek eventueel vochtig met water of een klein beetje neutraal reinigingsmiddel. Veeg vervolgens af met een schone, droge doek.
Voorbeelden van strepen in de afbeelding

Glasplaat

Aandrukplaat

SCANGEBIED

Wanneer zwarte of witte strepen op de gescande afbeelding zichtbaar zijn bij het gebruik van de automatische documentinvoereenheid, reinig dan het scangebied (het dunne lange glas naast de glasplaat).

Open de automatische documentinvoereenheid en verwijder het glasreinigingsmiddel.

Reinig het scangebied op de glasplaat met het glasreinigingsmiddel.

Plaats het glasreinigingsmiddel terug op zijn plaats.

DE LASEREENHEID REINIGEN

Wanneer de lasereenheid in het apparaat vuil wordt, kunnen lijnpatronen (gekleurde lijnen) zichtbaar worden op de afdruk.
Lijnen (gekleurde strepen) identificeren die zijn veroorzaakt door een vuile lasereenheid

  • De gekleurde strepen zijn altijd op dezelfde plaats zichtbaar.
  • De gekleurde strepen lopen evenwijdig aan de richting waarin het papier wordt ingevoerd.
  • De gekleurde strepen zijn niet alleen zichtbaar bij het kopiëren, maar ook op afdrukken vanaf de computer. (Kopie en afdruk hebben dezelfde lijnen.)
Bij problemen die op bovengenoemde problemen lijken, reinigt u de lasereenheid zoals hieronder uitgelegd.

Open de voorklep.

Verwijder de tonerinzamelcontainer.

Kantel de tonerinzamelcontainer naar voren en omlaag en trek deze langzaam naar boven.

Pak de reiniger voor de lasereenheid.

Deze reiniger is bevestigd aan de voorklep.
  1. Trek aan de knop aan de rechterkant van de reiniger om deze van de haak te verwijderen.
  2. Plaats de knop aan de achterkant over de bovenkant van de haak.
  3. Draai de reiniger rond de naaf om deze los te maken van de linkerhaak.

Controleer of het reinigingsgedeelte op de punt van de reiniger schoon is.

Als het reinigingsgedeelte vuil is, moet u het van de reiniger verwijderen en vervangen door een schoon exemplaar. Zie stap 5 tot en met 7 voor de procedure voor het vervangen van het reinigingsgedeelte. Als het reinigingsgedeelte niet vuil is, gaat u naar stap 8.

Pak een vervangend reinigingsgedeelte uit de tonerinzamelcontainer.

Vervangende reinigingsgedeelten worden op de tonerinzamelcontainer bewaard. Pak het uiteinde van het reinigingsgedeelte vast en trek het uit de tonerinzamelcontainer.

Verwijder het vuile reinigingsgedeelte van de punt van de reiniger.

  1. Pak de reiniger goed vast op de plaats waar het reinigingsgedeelte is bevestigd.
  2. Druk met uw andere hand de haak waarmee het reinigingsgedeelte vastzit omlaag en verwijder het reinigingsgedeelte.

Lep op

Plaats het verwijderde reinigingsgedeelte terug op de tonerinzamelcontainer.

Breng het nieuwe reinigingsgedeelte aan op de reiniger.

Deze reiniger is bevestigd aan de voorklep.
  1. Lijn de haak van het reinigingsgedeelte uit met de bevestigingsopening in de reiniger.
  2. Houd het reinigingsgedeelte stevig vast en duw de reiniger naar binnen.

Reinig de lasereenheid.

  1. Houd het reinigingsgedeelte omlaag gericht en steek de reiniger langzaam in de opening die u wilt reinigen.
  2. Zorg dat het reinigingsgedeelte omlaag is gericht.
  3. Steek de reiniger volledig in de opening en trek deze vervolgens naar buiten.
  4. Trek de reiniger naar buiten totdat u voelt dat de punt het te reinigen gedeelte van de lasereenheid verlaat.
  5. Herhaal stap 2 nog twee- of driemaal en verwijder de reiniger vervolgens.

Lep op

Zorg dat u de kabels of aansluitingen in het apparaat niet aanraakt.

Herhaal stap 8 tot om alle openingen (4) van de lasereenheid te reinigen.

De lasereenheid wordt op vier plaatsen gereinigd, waaronder de locatie die bij stap 8 is gereinigd. Reinig alle openingen.

Plaats de reiniger terug op zijn plaats.

  1. Plaats de reiniger op de naaf en draai deze. Plaats vervolgens de rand (de kant met het reinigingsgedeelte) op de haak aan de linkerkant.
  2. Plaats de rechterkant van de reiniger over de haak heen naar de voorkant.
  3. Draai de reiniger op de haak.

Duw de tonerinzamelcontainer in het apparaat.

Duw net zolang totdat u een "klikkend" geluid hoort dat aangeeft dat de linker- en rechtergrendels zijn vergrendeld.

Sluit de voorklep.

HET OPPERVLAK VAN DE DOORVOERROL REINIGEN

Als het papier vaak vastloopt bij de invoer van enveloppen of zwaar papier via de doorvoerlade, neem dan de aanvoerrol af met een schone, zachte, vochtige doek met water of een neutraal schoonmaakmiddel.

DE AANVOERROL VAN DE PAPIERINVOER REINIGEN

Als er strepen of kleine puntjes op het gescande origineel worden weergegeven wanneer u de automatische documentinvoereenheid gebruikt, veegt u het oppervlak van de doorvoerrol af met een schone zachte doek die vochtig is gemaakt met water.

DE DOORVOERROL VAN LADE REINIGEN

Als het papier in lade vaak vastloopt, duw het midden van de drukplaat dan naar beneden tot deze vergrendeld wordt, en veeg het oppervlak van de doorvoerrol af met een schone zachte doek die is bevochtigd met water.

Taal

Version 02a / bp22c25_usr_02a_nl

↑Eerste pagina