Naast kopieën op normaal
papier kunt u met de doorvoerlade ook kopieën maken op transparanten,
enveloppen, en andere speciale media.
Plaats papier in de doorvoerlade.
PAPIER IN DE DOORVOERLADE LADENEr verschijnt een dialoogvenster, als u de instellingen wilt wijzigen, tikt u op [Type] of [Formaat] in het dialoogvenster en selecteert u het papierformaat en de papiersoort.
HET TYPE EN FORMAAT VAN PAPIER IN DE DOORVOERLADE OPGEVEN
Plaats het origineel.
Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start] om het kopiëren te starten.
Tik op de toets [Papier Selectie].
KOPIEERMODUSTik op het tabblad [Type] en tik op de toets voor het papiertype dat u instelt.
Tik op de toets [Formaat] en vervolgens op de toets die overeenkomt met het formaat van het geplaatste papier.
Tik op de toets [Directe Invoer] om getalswaarden in te voeren voor het formaat van het geladen papier. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op de toets [OK].
Version 02a / bp22c25_usr_02a_nl
