Het apparaat registreert de uitgevoerde opdrachten in
een logboek.
De belangrijkste informatie die wordt vastgelegd in het opdrachtlogboek
wordt hieronder beschreven.
Nr. | Itemnaam | Beschrijving | |
---|---|---|---|
1 |
Hoofditems |
Taak-id |
De taak-id wordt vastgelegd. Taak-id's worden in het logboek vastgelegd als opeenvolgende nummers met een maximum van 999999, waarna de teller wordt teruggezet op 1. |
2 |
Accounttaak-id |
De taak-id die wordt gebruikt in de Sharp OSA wordt vastgelegd. |
|
3 |
Opdrachtmodus |
Het type opdrachtmodus, zoals afdrukken, wordt vastgelegd. |
|
4 |
Computernaam |
De naam van de computer die een afdrukopdracht heeft verzonden wordt vastgelegd.* |
|
5 |
Gebruikersnaam |
De gebruikersnaam als de functie voor gebruikersauthenticatie wordt gebruikt wordt vastgelegd. |
|
6 |
Gebruikersnaam |
De aanmeldnaam als de functie voor gebruikersauthenticatie wordt gebruikt wordt vastgelegd. |
|
7 |
Kaart-ID |
De card ID bij gebruik voor een authenticatieproces wordt vastgelegd. |
|
8 |
Hoofditems |
Nummer uitgifte van Card |
Het aantal keer dat een SSFC IC-card is uitgegeven, wordt opgeslagen. |
9 |
Main Code |
Main Code wordt vastgelegd. |
|
10 |
Sub Code |
Sub Code wordt vastgelegd. |
|
11 |
Begindatum en -tijd |
De datum en tijd waarop de opdracht is gestart wordt vastgelegd. |
|
12 |
Einddatum en -tijd |
De datum en tijd waarop de opdracht is voltooid wordt vastgelegd. |
|
13 |
Totaal aantal |
Voor een afdrukopdracht wordt het totale aantal vastgelegd. |
|
15 |
Telling volgens formaat |
Er worden tellingen per origineel/papierformaat bijgehouden. |
|
16 |
Hoofditems |
Aantal vellen volgens formaat |
Het aantal pagina's wordt geregistreerd volgens papierformaat. |
17 |
Ongeldig aantal papiervellen |
Het aantal ongeldige vellen wordt vastgelegd. |
|
18 |
Aantal gereserveerde sets |
Het aantal opgegeven sets of gereserveerde bestemmingen wordt vastgelegd. |
|
19 |
Aantal voltooide sets |
Het aantal voltooide sets of het aantal bestemmingen waarnaar de verzending met succes is voltooid wordt vastgelegd. |
|
20 |
Aantal gereserveerde pagina's |
Het aantal gereserveerde origineelpagina's van een afdrukopdracht wordt vastgelegd. |
|
21 |
Aantal voltooide pagina's |
Het aantal voltooide pagina's van een set wordt vastgelegd. |
|
22 |
Resultaat |
Het resultaat van een opdracht wordt vastgelegd. |
|
23 |
Foutoorzaak |
Als een fout optreedt tijdens een opdracht, wordt de oorzaak van de fout vastgelegd. |
|
24 |
Onderwerp betreffende afdrukopdracht |
Uitvoer |
De uitvoermodus van een afdrukopdracht wordt vastgelegd. |
33 |
Printertint |
De tint die wordt gebruikt voor een afdrukopdracht wordt vastgelegd. |
|
49 |
Algemene functionaliteit |
Kleurinstelling |
De kleurmodus die door de gebruiker is geselecteerd wordt vastgelegd. |
50 |
Spec. Functies |
De speciale modi die zijn geselecteerd bij het uitvoeren van de opdracht worden vastgelegd. |
|
51 |
Bestandsnaam |
De opgeslagen bestandsnaam wordt vastgelegd. * |
|
52 |
Gegevensgrootte [KB] |
Het grootte van een bestand wordt vastgelegd. |
|
56 |
Gedetailleerde items |
Papierformaat |
Voor een afdrukopdracht wordt het papierformaat vastgelegd. |
57 |
Papiertype |
Het papiertype dat wordt gebruikt voor afdrukken wordt vastgelegd. |
|
58 |
Papiereigenschap |
De papiereigenschap die is opgegeven bij "Papiertype" wordt vastgelegd. |
|
59 |
Duplex configureren |
De duplexinstelling wordt vastgelegd. |
|
61 |
Apparaatitem |
Modelnaam |
De modelnaam van het apparaat wordt vastgelegd. |
62 |
Serienummer |
Het serienummer van het apparaat wordt vastgelegd. |
|
63 |
Naam |
De naam van de computer die is ingesteld op de webpagina's wordt vastgelegd. |
|
64 |
Machinelocatie |
De installatielocatie van het apparaat die is ingesteld op de webpagina's wordt vastgelegd. |
|
65 |
Apparaat-ID |
Registreer de machine-ID die de onderhoudstechnicus ingevoerd heeft. |
* In sommige omgevingen wordt dit niet vastgelegd.
Version 01a / bpb547pw_usr_01a_nl