U kunt instellingen voor de printerfunctie configureren.
De voorwaarden voor printerinstellingen worden hieronder beschreven.
Hiermee schakelt u de mogelijkheid uit om een kennisgevingspagina af te drukken.
Hiermee schakelt u de mogelijkheid uit om de testpagina af te drukken.
Als deze instelling is ingeschakeld, kan [Status] → [Datalijst] → [Lijst voor Gebruiker]
→ [Testpagina Printer] in “Instellingen” niet worden gebruikt om testpagina's af te
drukken.
Bij het afdrukken van een afbeelding van 8-1/2" x 11" (brief), kan bij deze instelling
papier van A4-formaat worden gebruikt als geen papier van formaat 8-1/2" x 11" is
geladen. Als u een afbeelding van A4-formaat afdrukt, kunt u met deze instelling bovendien
papier van 8-1/2" x 11" (Letter)-formaat gebruiken als er geen papier van A4-formaat
is geplaatst.
Papierformaat herkenning handinvoer inschakelen
Deze functie wordt gebruikt om het afdrukken te blokkeren wanneer het opgegeven papierformaat
voor een afdrukopdracht verschilt van het papierformaat dat is geladen in de doorvoerlade.
Papiersoort herkenning handinvoer inschakelen
Deze functie wordt gebruikt om het afdrukken onmogelijk te maken wanneer het opgegeven
papiertype voor een afdrukopdracht verschilt van het papiertype dat is geplaatst in
de handinvoer.
Handinvoer uitsluiten bij automatische papierselectie
Wanneer [Auto] is geselecteerd voor papiertypeselectie, wordt de doorvoerlade uitgesloten
van de laden die kunnen worden geselecteerd. Dit wordt aanbevolen wanneer regelmatig
speciaal papier in de doorvoerlade wordt geladen.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, worden ontvangen afdrukopdrachten weergegeven
in de wachtrij in het opdrachtstatusscherm. De opdrachten worden verplaatst naar de
opdrachtwachtrij nadat deze door het apparaat zijn geanalyseerd. Meerdere opdrachten
die nog niet zijn geanalyseerd, kunnen in de wachtrij worden opgenomen.
Wanneer deze functie is uitgeschakeld, worden ontvangen afdrukopdrachten weergegeven
in de opdrachtwachtrij en niet in de spoolwachtrij. Wanneer echter een versleuteld
PDF-bestand worden afgedrukt, wordt de opdracht in de spoolwachtrij getoond.
Hiermee schakelt u de functie voor rechtstreeks afdrukken van een bestand op een USB-stick
uit.
Hiermee schakelt u rechtstreeks afdrukken vanuit een netwerkmap uit.
U kunt instellingen voor de printerfunctie configureren.
Deze instellingen worden gebruikt om de verzending van gegevens naar de netwerkpoort
te controleren en te bewaken.
Deze functie wordt gebruikt om de afdrukgegevens van een computer af te drukken in
hexadecimale indeling, samen met de bijbehorende ASCII-tekst. Hiermee kunt u controleren
of de afdrukgegevens via de pc correct naar de printer worden verzonden.
De I/O time-out kan worden ingesteld op elk waarde tussen 1 en 999 seconden.
De I/O time-out zorgt voor een tijdelijke stopzetting van de verbinding als de ingestelde
tijdsduur verstrijkt zonder dat er gegevens worden ontvangen via de poort. Nadat de
verbinding is verbroken, wordt de poort op automatische selectie ingesteld of geactiveerd
wanneer de volgende afdrukopdracht is gestart.
Hiermee schakelt u afdrukken via de netwerkpoort in.
Deze instelling wordt gebruikt om de geëmuleerde printertaal te selecteren wanneer
het apparaat is aangesloten op een netwerkpoort.
De volgende instellingen kunnen worden geconfigureerd.
Auto
PostScript
PCL
Hiermee wordt bepaald wanneer poortomschakeling plaatsvindt.
Als u gegevens afdrukt in een omgeving waar de printerdriver niet wordt gebruikt (met
andere woorden: als u gegevens afdrukt via het MS-DOS-systeem of als u gegevens afdrukt
via een pc waarop de meegeleverde printerdriver niet is geïnstalleerd), stelt u de
gedetailleerde afdrukvoorwaarden in. (De functie 'Lege pagina afdrukken uitschakelen'
is echter zelfs van kracht wanneer de PCL-printerdriver wordt gebruikt.)
Instellingsitem | Beschrijving |
---|---|
Aantal kopieën |
1 - 9999 sets |
Afdrukstand |
Staand Liggend
|
Papierformaat |
Stel het standaard papierformaat in.
|
Uitvoerlade |
Stel de standaard papierlade in.
|
Papiertype |
Stel de standaard papiersoort in.
|
Resolutie-instelling |
600dpi 600dpi (Hoge kwaliteit)
|
Afdrukken Lege Pagina Uitschakelen |
|
2-Zijdige Afdruk |
1-zijdig 2-Zijdig (Boekje) 2-Zijdig (Schrijfblok)
|
N-op-1 afdrukken*1 |
1 pagina's op 1 vel 2 pagina's op 1 vel 4-Up 8 pagina's op 1 vel
|
Opmaak Links naar rechts*2 Rechts naar links*2 Rechts, en omlaag*3 Omlaag, en rechts*3 Links, en omlaag*3 Omlaag, en links*3
|
|
Passend maken*4 |
|
Uitvoer |
|
Scheidingspagina |
|
Snelbestand |
|
*1 Papierformaten die kunnen worden gebruikt met deze functie zijn A4, 8-1/2" x 14", en 8-1/2" x 11". (Deze functie werkt bij sommige afdrukmethoden mogelijk niet.)
*2 Kan worden geselecteerd als 2-Up is geselecteerd.
*3 Kan worden geselecteerd als 4-Up/8-Up is geselecteerd.
*4 Alleen geldig bij het afdrukken van PDF-, JPEG- en TIFF-bestanden.
Hiermee worden symbolensets, lettertypen en regeleindecode ingesteld die worden gebruikt
in een PCL-omgeving.
Instellingsitem | Instellingen |
---|---|
PCL-symbolenset instel. |
Geef de symbolenset op die wordt gebruikt voor het afdrukken.
|
PCL-lettertypen instellen |
Selecteer een lettertype dat wordt gebruikt voor afdrukken.
|
PCL-regeleindecode |
Deze instelling wordt gebruikt om aan te geven hoe de printer reageert wanneer een regeleindeopdracht wordt ontvangen.
|
Wide A4 |
Als dit wordt ingeschakeld, kunnen 80 tekens per regel worden afgedrukt op papier van formaat 8-1/2" x 11" (A4) met een lettertype van 10 pitch. (Als deze instelling wordt uitgeschakeld, worden maximaal 78 tekens per regel afgedrukt.)
|
Als een fout optreedt tijdens het afdrukken van PostScript, bepalen deze instellingen
of een foutbericht wordt afgedrukt en of de PostScript-gegevens in binaire indeling
worden ontvangen.
Instellingsitem | Instellingen |
---|---|
Scherminstellingen |
Configureer de afbeeldingsinstellingen voor PostScript.
|
PS-fouten afdrukken |
Als een PS (PostScript)-fout optreedt tijdens het afdrukken van PostScript, bepaalt deze instelling of er al dan niet een foutbericht wordt afgedrukt.
|
Binaire verwerking |
PostScript-gegevens in binaire indeling ontvangen.
|
Wanneer u rechtstreeks een Excel-bestand afdrukt, selecteer dan het vel waarvoor u
wilt afdrukken of het volledige werkboek van het bestand.
Stelt het gebruik van afdrukvrijgaves in.
Wanneer [Inschakelen] is geselecteerd, dan is [Gegevens afdrk. en verwijderen] ingeschakeld
in het afdrukvenster voor afdrukken vrijgeven.
Stel de afdrukvolgorde in vanaf de oudste datum, of vanaf het gegevenslijstnummer.
Stelt de communicatietime-out is die wordt gebruikt bij afdrukken vrijgeven.
Stelt het multifunctionele toestel in dat de opdracht afdrukken vrijgeven opslaat
op [Primaire Unit].
Selecteer of opgeslagen taken voor afdrukken vrijgeven wel of niet automatisch moeten
worden gewist na een ingestelde tijdsduur. Wanneer u [Inschakelen] selecteert, worden
de opgeslagen taken automatisch gewist na het aantal dagen dat is ingesteld bij “Dagen”.
Voer een code in voor verificatie tussen het primaire apparaat en het secundaire apparaat.
Maximaal 32 alfanumerieke tekens.
Stel het poortnummer in dat wordt gebruikt voor afdrukken vrijgeven in het primaire
en in het secundaire apparaat. Voer in het primaire apparaat en het secundaire apparaat
hetzelfde nummer in. (Het standaardpoortnummer is "53000". Er is normaal gesproken
geen reden om dit nummer te wijzigen.)
Wanneer het apparaat als primair apparaat werkt, selecteert u dit om alle opgeslagen
taken voor afdrukken vrijgeven te wissen.
Geef de adressen van de primaire eenheid 1 tot de primaire eenheid 3 in.
Voer een code in voor verificatie tussen het primaire apparaat en het secundaire apparaat.
Maximaal 32 alfanumerieke tekens.
Stel het poortnummer in dat wordt gebruikt voor afdrukken vrijgeven in het primaire
en in het secundaire apparaat. Voer in het primaire apparaat en het secundaire apparaat
hetzelfde nummer in. (Het standaardpoortnummer is "53000". Er is normaal gesproken
geen reden om dit nummer te wijzigen.)
U kunt het aantal groepen verhogen door de uitbreiding te gebruiken.
Selecteer de groep die moet worden gebruikt in groepen 1-10.
U kunt de geselecteerde groep als de standaardgroep voor gebruik bij afdrukken vrijgeven
instellen. Het is handig om een vaak gebruikte groep in te stellen omdat het altijd
op de geselecteerde groep zal zijn ingesteld.
Stel de groep in waarmee u wilt verbinden.
Gebruik deze groep
Wanneer [Inschakelen] is geselecteerd, dan is [Gebruik deze groep] ingesteld op het
afdrukvenster voor afdrukken vrijgeven.
Stel het adres, de verbindingscode en het poortnummer van basiseenheid 1 tot basiseenheid
3 in die worden gebruikt in de groep.
Configureer deze instellingen als u bestanden op een FTP-server met Rechtstreek afdrukken
wilt gaan afdrukken.
Er wordt een lijst met beschikbare FTP-servers weergegeven. Als u een FTP-server wilt
toevoegen, klikt u op de knop [Toevoegen] en configureert u de instellingen.
Configureer de instellingen voor de FTP-server.
Geef de naam op die voor Rechtstreeks afdrukken moet worden gebruikt.
Stel de naam van de FTP-server in.
Stel het poortnummer van de FTP server in.
Geef de directory op de FTP-server op waar de bestanden zijn opgeslagen.
Stel de gebruikersnaam in die wordt gebruikt voor aanmelding op de FTP-server.
Stel het wachtwoord in dat wordt gebruikt voor aanmelding op de FTP-server.
SSL/TLS inschakelen
Stel deze optie in om de PASV-modus te activeren.
Configureer deze instellingen als u bestanden in een netwerkmap met Rechtstreek afdrukken
wilt gaan afdrukken.
Er wordt een lijst met beschikbare netwerkmappen weergegeven. Als u een netwerkmap
wilt toevoegen, klikt u op de knop [Toevoegen] en configureert u de instellingen.
Configureer de instellingen voor de netwerkmap.
Geef de naam op die voor Rechtstreeks afdrukken moet worden gebruikt.
Geef het pad op voor de map met de bestanden.
Stel de gebruikersnaam in die wordt gebruikt voor aanmelding bij de netwerkmap.
Stel het wachtwoord in dat wordt gebruikt voor aanmelding bij de netwerkmap.
Configureer deze instellingen als u bestanden op een computer of mobiel apparaat met
Rechtstreeks afdrukken wilt afdrukken.
Geef aan of de FTP-printerinstellingen voor Rechtstreeks afdrukken moeten worden gebruikt.
Voer het poortnummer in dat voor Rechtstreeks afdrukken moet worden gebruikt.
Afdrukken vanaf het netwerk met behulp van het IPP-protocol zonder een printerdriver
te gebruiken.
U kunt de locatie-informatie van dit apparaat instellen.
Version 02a / bpb547pw_usr_02a_nl