Diverse apparaten die op het apparaat zijn aangesloten, kunnen worden ingesteld.
Met deze functie wijzigt u de fuseereenheid van de machine wanneer u puntjes of ander
vuil ziet op de afdrukzijde van het papier. Als deze functie wordt uitgevoerd, wordt
met 'V' bedrukt papier uitgevoerd en wordt de fuseereenheid gereinigd.
Snelle aanpassingen aan de afdrukkwaliteit aanbrengen.
U kunt de standaardinstelling ([2]) op [1 (Zacht)] of [3 (Scherp)]. zetten.
U kunt de gradatie en dichtheid van kopieën aanpassen.
De dichtheid is verdeeld over 3 bereiken en u kunt het niveau instellen.
Stel de dichtheid van afdrukken in.
Als lijnen niet juist worden afgedrukt in speciale toepassingen zoals CAD-toepassingen,
kunt u de lijnen dikker maken.
Gebruik 8-1/2" x 11" of A4-papier voor deze aanpassing.
Druk op [Uitvoeren] om het testgebied af te drukken.
Selecteer een grijs gebied naar keuze uit de teststrook, voer de bijbehorende X- en
Y-nummers in en druk vervolgens op [Uitvoeren].
Om de aanpassingswaarde terug te zetten naar de standaardwaarden, drukt u op [Zet
de aanpassingswaarde terug naar de standaardwaarden.].
Version 02a / bpb547pw_usr_02a_nl