Voor een optimale werking moet het apparaat regelmatig
worden gereinigd.
Waarschuwing
Gebruik geen ontvlambare sprays bij het reinigen van het apparaat. Als het gas uit de spuitbus in contact komt met warme elektrische onderdelen of de fuseereenheid binnen in het apparaat, kan er brand of een elektrische schok optreden.Lep op
Wanneer de lasereenheid
in het apparaat vuil wordt, kunnen lijnpatronen (gekleurde lijnen)
zichtbaar worden op de afdruk.
Lijnen
(gekleurde strepen) identificeren die zijn veroorzaakt door een
vuile lasereenheid
Open de rechterklep.
Houd beide zijden vast en open het.Verwijder alle tonercartridges.
Spreid op voorhand een krant of iets dergelijks op de plaats waar u de tonercartridge wilt leggen.Lep op
Plaats de verwijderde tonercartridge met de tandwielzijde naar boven.Pak de reiniger voor de lasereenheid.
Deze reiniger is bevestigd aan de voorklep.Reinig de lasereenheid.
Herhaal stap 4 tot om alle openingen (4) van de lasereenheid te reinigen.
De lasereenheid wordt op vier plaatsen gereinigd, waaronder de locatie die bij stap 4 is gereinigd. Reinig alle openingen.Plaats de reiniger terug op zijn plaats.
Plaats alle tonercartridges horizontaal
(1) GeelSluit de rechterklep.
Houd beide zijden vast en sluit het.Als het papier vaak vastloopt bij de invoer
van enveloppen of zwaar papier via de doorvoerlade, neem dan de aanvoerrol
af met een schone, zachte, vochtige doek met water of een neutraal
schoonmaakmiddel.
Als het papier in lade vaak vastloopt, duw
het midden van de drukplaat dan naar beneden tot deze vergrendeld
wordt, en veeg het oppervlak van de doorvoerrol af met een schone
zachte doek die is bevochtigd met water.
De lade uit het apparaat verwijderen.
Wanneer de lade wordt uitgetrokken, stopt deze in het midden en kan deze niet worden verwijderd zonder de lade te verwijderen.Reinig de doorvoerrol.
Version 02a / bpc131pw_usr_02a_nl