Met deze functie wordt een
afdrukopdracht als bestand op het geheugen van het apparaat opgeslagen,
zodat de opdracht zo nodig kan worden afgedrukt via het bedieningspaneel.
Het instellen van een wachtwoord (PIN-code van 5 tot 8 cijfers)
bij het afdrukken vanaf een computer verhoogt de vertrouwelijkheid
van opgeslagen gegevens.
Wanneer een wachtwoord is ingesteld, moet het wachtwoord worden
ingevoerd wanneer opgeslagen gegevens van het apparaat worden afgedrukt.
Wanneer vasthouden wordt uitgevoerd, toont het aanraakscherm
het volgende.
Tik op de gegevens die u wilt afdrukken, en er verschijnt
een bevestigingsscherm voor het afdrukken. Als u wilt afdrukken,
tikt u op de toets "Afdrukken".
Als u de gegevens na het afdrukken wilt verwijderen, tik u op de
toets "Afdrukken en gegevens verwijderen".
Als u de gegevens wilt verwijderen zonder ze af te drukken, tikt
u op de toets "Wissen".
Voor gegevens waarvoor een wachtwoord is ingesteld, verschijnt
het wachtwoordinvoerscherm vóór het bevestigingsscherm voor afdrukken.
Version 02a / bpc131pw_usr_02a_nl