U kunt instellingen voor de beeldverzendfunctie configureren.
De volgende bedieningsinstellingen zijn van toepassing op alle beeldverzendfuncties.
Hogere prioriteit wordt gegeven aan de weergave van adresboek.
Als de modus Beeld Verzenden is ingeschakeld, wordt het Adresboek
weergegeven in plaats van het beginscherm van deze modus.
Hiermee wordt de standaardafdrukstand ingesteld.
Geef aan of op de toets Volgend adres ([+])
of toets [Toevoegen] moet worden gedrukt voordat er een adres wordt toegevoegd
voor een opdracht met meerdere adressen, zoals distributieverzending.
Met deze functie worden ontvangen faxen in
het geheugen opgeslagen zonder dat deze worden afgedrukt.
Deze instellingen worden gebruikt om de volgende
verzendhandelingen uit te schakelen.
Selecteren uit adresboek uitschakelen
Hiermee schakelt u de selectie van bestemmingen vanuit het
adresboek uit.
Configureer de instelling voor elk van de volgende items:
Directe invoer uitschakelen
Hiermee schakelt u directe invoer van het bestemmingsadres
en dergelijke uit.
Configureer de instelling voor elk van de volgende items:
Blokkeert opslaan van scangegevens op een USB-geheugen.
Hiermee wordt Mijn adres zoeken geblokkeerd.
Slaat de gegevens van de afzender van de fax op.
Gebruik dit om de naam van de afzender voor
de fax op te slaan. De opgeslagen naam van de afzender en het faxnummer
van de afzender worden boven aan de ontvangen fax afgedrukt.
Naam Afzender
Voer de standaardnaam van de afzender in.
Faxnummer van zender
Hiermee stelt u het faxnummer van de afzender in.
Tik op de toets [-] om een pauze tussen de cijfers in te voegen.
Tik op de toets [Spatie] om een spatie tussen de cijfers
in te voegen.
Version 02a / bpc131wd_usr_02a_nl