U kunt de beeldverzendinstellingen van faxfuncties selecteren.
U kunt faxinstellingen in- of uitschakelen om deze aan
te passen aan uw werkomgeving.
U kunt de resolutie-instelling voor faxen selecteren.
Standaardinstellingen voor belichtings configureren.
Selecteer dit nadat een verbinding op de lijn is gemaakt
om het apparaat automatisch te laten detecteren of uw lijn een pulskeuzelijn
of een toonkeuzelijn is. (Stel dit handmatig in wanneer u een draaischijf
met 10 pps gebruikt.)
Hiermee wijzigt u de lengte van de pauzes die tussen
de faxnummers worden ingevoegd.
Wanneer een streepje (-) tijdens het bellen of opslaan van
een faxnummer wordt ingevoerd, wordt een pauze van 2 seconden ingelast.
Deze pauze kan worden ingesteld op een waarde tussen 1 en
15 seconden, met intervallen van 1 seconde.
Deze instelling bepaalt of een verificatiebericht over
de bestemming wordt weergegeven bij het verzenden van een fax om
onbedoelde verzending naar een verkeerde bestemming te voorkomen.
U kunt het apparaat op de faxontvangstmodus instellen
door een nummer van twee cijfers in te voeren via de aangesloten
extra telefoon en door op de toets
. Dit enkelcijferige nummer word het externe
ontvangstnummer genoemd en kan tussen de 0 en 9 liggen.
Wanneer een transactierapport wordt afgedrukt, wordt
deze instelling gebruikt om een gedeelte van de eerste pagina van
de verzending op het transactierapport af te drukken. Selecteer
een van de volgende instellingen.
Hiermee geeft u aan of wel of niet een transactierapport
wordt afgedrukt. Als dat wel het geval is, kunt u de voorwaarde selecteren.
Wanneer een transactierapport wordt afgedrukt, wordt
deze instelling gebruikt om een gedeelte van de eerste pagina van
de verzending op het transactierapport af te drukken. Zie '
Origineel afdrukken op transactierapport' voor
meer informatie.
U kunt het apparaat zodanig instellen dat het activiteitenrapport
dat in het geheugen is opgeslagen periodiek wordt afgedrukt.
U kunt instellen dat het Activiteitenrapport voor beeldverzending
telkens bij het bereiken van 200 transacties wordt afgedrukt of
op een aangegeven tijdstip (slechts eenmaal per dag). (De instellingen
kunnen gelijktijdig worden ingeschakeld.)
Deze instelling wordt ingesteld wanneer de bestemming
niet overeenkomt met Super G3.
Als deze instelling is ingeschakeld, is het verzendniveau
15 dB of minder als u verbinding maakt met een digitale lijn.
Deze instelling kan alleen worden geactiveerd in Canada,
Australië, Nieuw-Zeeland en Hongkong.
Als er meerdere telefoonnummers zijn toegewezen op uw telefoonlijn,
kan het nummer dat wordt gebeld worden geïdentificeerd door de ringtoon.
Door gebruik te maken van één nummer voor telefoongesprekken en
een ander nummer voor faxen, hoort u welk type oproept u ontvangt.
U kunt uw machine instellen op het automatisch ontvangen van faxen
wanneer uw faxnummer wordt gebeld door een ringtoon te kiezen die
hoort bij uw faxnummer. (In Canada zijn zes selecties zijn beschikbaar.)
Deze instelling kan alleen worden geactiveerd in Frankrijk
en Duitsland.
Wanneer het apparaat op een PBX wordt gebruikt, kunt u de
PBX-instelling inschakelen zodat het apparaat automatisch verbinding
maakt met een buitenlijn. Wanneer deze instelling is ingeschakeld,
wordt de toets [R] weergegeven in het basisscherm. Als u de toets
[R] aanraakt, wordt de PBX-instelling tijdelijk geannuleerd.
Selecteer [Flash] als uw PBX de Flash-methode gebruikt om
verbinding te maken met een buitenlijn. Geef het ID-nummer op als
uw PBX een ID-nummer gebruikt voor verbinding met een buitenlijn.
Maak instellingen met betrekking tot faxverzending.
Wanneer deze instelling is ingeschakeld, verstuurt het
apparaat een fax zodra de eerste pagina is gescand.
Verzending vindt plaats terwijl de resterende pagina's worden
gescand.
Met deze instelling bepaalt u de positie van de datum
en informatie van de verzender boven aan de faxpagina's die door het
ontvangende apparaat worden afgedrukt. Tik op de toets [Buiten origineel beeld]
om de informatie buiten het verzonden documentbeeld af te drukken.
Tik op de toets [Binnen origineel beeld] om de informatie binnen het verzonden
documentbeeld af te drukken.
Zie “
AFZENDERINFORMATIE TOEVOEGEN AAN UW FAXEN (EIGEN FAXADRES VERZ.)” voor meer informatie
over de afdrukpositie.
Dit programma wordt gebruikt om het aantal belpogingen
en ook het interval tussen deze pogingen in te stellen wanneer een
verzending mislukt als gevolg van een bezette lijn of om een andere
reden.
De instelling geeft aan of opnieuw bellen wel of niet
plaatsvindt wanneer de lijn bezet is. U kunt voor het opnieuw bellen het
aantal belpogingen instellen. U kunt elke waarde tussen 1 en 15
selecteren.
U kunt het interval tussen nieuwe belpogingen instellen.
Elk aantal minuten tussen 1 en 15 kan worden geselecteerd.
Het aantal terugbelpogingen | Interval tussen pogingen | |
---|---|---|
Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Zweden, Italië, Spanje, Nederland, Saudi-Arabië, Zuid-Afrika, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Polen, Griekenland, Rusland |
1 op 10 (standaard: 2) |
een willekeurig aantal minuten van 1 tot 15 (standaard: 3) |
Canada |
1 tot 14 (standaard: 2) |
|
Australië, Nieuw-Zeeland, Singapore, Thailand, Maleisië, India, Filippijnen |
1 tot 9 (standaard: 2) |
|
Hongkong |
1 tot 3 (standaard: 2) |
|
Taiwan |
1 op 15 (standaard: 2) |
een willekeurig aantal minuten van 4 tot 15 (standaard: 4) |
Indonesië |
1 tot 5 (standaard: 2) |
Deze instelling bepaalt hoe vaak het apparaat automatisch
probeert terug te bellen als een faxverzending mislukt door een
communicatiefout.
Geef op hoe vaak het apparaat opnieuw een oproep moet
plaatsen wanneer een communicatiefout optreedt. U kunt voor het
opnieuw bellen het aantal belpogingen instellen. U kunt elke waarde
tussen 1 en 15 selecteren.
U kunt het interval tussen nieuwe belpogingen instellen.
Elk aantal minuten tussen 1 en 15 kan worden geselecteerd.
Het aantal terugbelpogingen | Interval tussen pogingen | |
---|---|---|
Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Zweden, Italië, Spanje, Nederland, Saudi-Arabië, Zuid-Afrika, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Polen, Griekenland, Rusland |
1 tot 5 (standaard: 1) |
een willekeurig aantal minuten van 1 tot 15 (standaard: 3) |
Australië, Nieuw-Zeeland, Canada |
1 poging |
een willekeurig aantal minuten van 1 tot 15 (standaard: 3) |
Hiermee schakelt u faxdistributie uit.
U kunt de instellingen voor faxverzending configureren.
Deze instelling wordt gebruikt om het aantal oproepen
te selecteren waarna het apparaat automatisch een oproep ontvangt
en begint met faxontvangst in de automatische ontvangstmodus.
Het “Aantal oproepen in automatische ontvangst” dat u voor verschillende gebieden
kunt instellen,
ziet u in onderstaande tabel.
Aantal beltonen | |
---|---|
Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Zweden, Italië, Spanje, Nederland, Thailand, Hongkong, Saudi-Arabië, Zuid-Afrika, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Polen, Griekenland, Rusland, Filipijnen en Indonesië |
0 op 9 |
Australië, Nieuw-Zeeland |
2 op 4 |
Singapore |
0 op 3 |
Maleisië, India, Canada, Taiwan |
0 op 15 |
Wanneer handmatige ontvangst is ingesteld in "Ontvangstinstellingen",
schakelt het apparaat bij het bereiken van het hier ingestelde aantal
oproepen over van handmatige ontvangst naar automatische ontvangst
om faxen te ontvangen.
Hiermee kunt u ontvangen faxen op beide zijden van het
papier afdrukken.
Wanneer deze instelling is ingeschakeld en een fax binnenkomt
die bestaat uit 2 of meer pagina's (de pagina's moeten hetzelfde
formaat hebben), worden de pagina's aan beide zijden van het papier
afgedrukt.
Wanneer een fax wordt ontvangen waarin afgedrukte informatie,
zoals de naam en het adres van de afzender, is opgenomen, is het
ontvangen beeld iets groter dan het standaardformaat. Deze instelling
wordt gebruikt om het beeld automatisch aan het standaardformaat
aan te passen.
Deze instelling bepaalt de voorwaarden voor papierselectie
tijdens het afdrukken van ontvangen faxberichten. Selecteer een
van de drie onderstaande voorwaarden.
Elk ontvangen beeld wordt op volledige grootte afgedrukt.
Het beeld wordt zo nodig verdeeld over meerdere vellen papier.
Elk ontvangen beeld wordt, indien mogelijk, op ware
grootte afgedrukt. Als dit niet mogelijk is, wordt het beeld automatisch
verkleind vóór het afdrukken.
Wanneer het apparaat een ontvangen fax niet kan afdrukken,
bijvoorbeeld als gevolg van een storing, kan de fax worden doorgestuurd
naar een ander faxapparaat. Deze instelling wordt gebruikt om het
faxnummer van het ontvangende faxapparaat te programmeren. Er kan
slechts één faxnummer voor doorsturen worden geprogrammeerd (van
maximaal 64 cijfers).
Tik op de toets [-] om een pauze tussen de cijfers in te voegen.
Tik op de toets [/] nadat u het faxnummer hebt ingevoerd en
voer de F-code (subadres en wachtwoord) in als u een vertrouwelijk
geheugenvak met F-code wilt opgeven in het ontvangende apparaat.
Gebruik deze instelling om aan te geven of ontvangst
vanaf een opgeslagen nummer moet worden toegestaan of geweigerd.
Item | Beschrijving |
---|---|
Ontvangst Weigeren |
Weiger ontvangst vanaf het opgeslagen nummer. |
Ontvangst Toestaan |
Sta ontvangst vanaf het opgeslagen nummer toe. |
Alle Ongeldig |
Zelfs wanneer nummers zijn opgeslagen, de nummers negeren en ontvangst van alle nummers toestaan. |
Nieuwe Toevoegen |
Hiermee wordt een nieuw adres of domein (maximaal 50) toegevoegd waarvan ontvangst wel of niet is toegestaan. Voer het nummer (maximaal 20 cijfers) in en tik op de toets [Opslaan]. |
Lijst met registratienummers |
Er kan een lijst met opgeslagen nummers worden weergegeven. Wanneer u een nummer in dit scherm selecteert, wordt het uit de lijst verwijderd. |
Negeer verborgen nr. |
Als deze optie is ingeschakeld, worden oproepen vanaf het nummer in de instelling voor 'Onbekende oproepen weigeren' geweigerd, ongeacht de ontvangstinstellingen voor bepaalde nummers. |
Version 02a / bpc131wd_usr_02a_nl