Als u het apparaat als faxapparaat wilt gebruiken, sluit
u het aan op de telefoonlijn en stelt u het type telefoonlijn in.
Sluit het apparaat aan op de telefoonlijn.
Sluit de ene stekker van het telefoonsnoer aan op de telefoonlijnaansluiting (LINE) op het apparaat, zoals afgebeeld, tot het klikt, en sluit de andere stekker aan op de telefoonwandaansluiting tot het klikt.

Zorg dat de hoofdschakelaar op '
' staat.
'. Als de Aan-indicator niet brandt, zet
u de hoofdschakelaar in de stand '
' en drukt u op de toets [Aan] op het
bedieningspaneel.Stel het type telefoonlijn in.
De kiesmodusinstelling van het apparaat moet overeenkomen met het type telefoonlijn dat u gebruikt.Controleer de datum en de tijd.
Controleer of de correcte datum en tijd op het apparaat zijn ingesteld.Sla het faxnummer van de afzender op.
Sla de naam van een afzender op bij [Naam Afzender] en sla het faxnummer op bij [Faxnr.]. Zorg dat u deze gegevens configureert, deze zijn nodig voor de communicatie.Bestemmingsadressen
in het adresboek opslaan voor elke scanmodus.
Als u de faxfunctie gebruikt, kunt u eerder gebruikte adressen
opslaan in het adresboek.
Zie het volgende item voor meer informatie over het gebruik
van de adresboeken en over het opslaan van adressen.
LIBRETA DE DIRECCIONES
ALMACENAMIENTO DE DIRECCIONES MEDIANTE ENTRADA DIRECTA
ALMACENAMIENTO DE DIRECCIONES MEDIANTE BÚSQUEDA DE DIRECCIONES GLOBAL
ALMACENAMIENTO DE DIRECCIONES DESDE REGISTROS DE ENVÍO DE IMÁGENES
O DE FAX
ALMACENAMIENTO DE GRUPOS
Version 01a / bp71c65_usr_01a_nl