SHARP

Taal

STATUSINDICATORS

De statusindicators geven de status van het apparaat aan. De groene indicator brandt of knippert volgens het opdrachtbeheer van het apparaat. De rode indicator gaat branden of knipperen wanneer er een fout optreedt. Wanneer het apparaat na een fout nog wel kan worden gebruikt, blijft de indicator branden. Wanneer het apparaat na een fout niet meer kan worden gebruikt, knippert de indicator. In de instellingsmodus kunt u de instellen hoe de statusindicators werken.

ONDERDEELNAMEN

Indicator (rood)

De rode indicator gaat branden of knipperen wanneer er een fout optreedt.

Indicator (groen)

De groene indicator brandt of knippert volgens het opdrachtbeheer van het apparaat.

In de modus Automatisch uitschakelen gaan de statusindicators uit.
De omstandigheden wijzigen waarin de statusindicators gaan branden of knipperen:
Selecteer bij "Instellingen (beheerder)" de optie [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Apparaatbeheer] → [Statusindicatorinstell.].
Taal

Version 02a / bp90c80_usr_02a_nl

↑Eerste pagina