SHARP

Taal

PAPIERLADE 1 - 2

Er kan maximaal 250 vel papier van formaat A6 tot A4 (5-1/2" x 8-1/2" tot 8-1/2" x 14") in lade 1 worden geplaatst.
Er kan maximaal 500 vel papier van formaat A6 tot A4 (5-1/2" x 8-1/2" tot 8-1/2" x 14") in lade 2 worden geplaatst.

Als u een ander type of formaat papier hebt geplaatst dan de keer ervoor, moet u de instellingen controleren bij "Instellingen (beheerder)". Een onjuiste instelling beïnvloedt de automatische papierselectie. Dit kan ook een afdrukstoring, afdrukken op papier van onjuist formaat of type of vastgelopen papier veroorzaken.

Lep op

Plaats geen zware voorwerpen op de lade en voer er geen neerwaartse druk op uit.
Het type en formaat van het papier controleren:
Selecteer op de Webpagina [Status] → [Machine-identificatie] → [Status papierinvoercassette] → [Papierlade-instellingen].
Het type en formaat van het papier instellen:
[Lade-instellingen] in het beginscherm

De lade uit het apparaat verwijderen.

Wanneer de lade wordt uitgetrokken, stopt deze in het midden en kan deze niet worden verwijderd zonder de lade te verwijderen.
Wanneer de lade stopt, tilt u deze voorzichtig op en trekt u deze uit het apparaat.
Tray 1
Lade 2
Wanneer u lade gebruikt, duw het midden van de drukplaat dan naar beneden tot deze vergrendeld wordt.

Verplaats de geleideplaten A en B in de lade naar de maximale positie.

De geleideplaten A en B kunnen worden verschoven. Knijp de hendel van de scheidingsplaat in.
Om papier van 8-1/2" x 14" in lade 1 of lade 2 te plaatsen, laat u de knop los en trekt u aan de lade tot het punt waar deze vergrendelt. Schuif plaat A naar de voorkant van de lade nadat de lade is uitgeschoven.

Waaier het papier uit.

Waaier het papier goed uit voordat u het laadt. Als u het papier niet uitwaaiert, kunnen meerdere vellen tegelijk worden ingevoerd, waardoor het apparaat vastloopt.

Plaats het papier in de lade.

Plaats het papier met de afdrukzijde omhoog. De stapel mag niet boven de indicatorlijn uit komen (maximaal 250 vel voor lade 1 : maximaal 500 vel voor lade 2).
Laad het papier niet zoals hieronder is getoond.
  • Als het papier verkeerd is ingebracht, draai het papier dan om, en laad het opnieuw.
  • Als het papier gekruld is, maak het papier dan opnieuw glad alvorens het te laden.
  • Pas de verdeelplaat aan zodat er geen opening zit tussen het papier en de verdeelplaat.
  • Voeg geen papier toe.

Stel de geleiderplaten A en B af op het papier.

Pas aan aan het papierformaat, zodat het papier niet te los, maar ook niet te strak ligt.

Plaats de lade in het apparaat.

Plaats de lade voorzichtig in het apparaat en wanneer de lade in het midden stopt, laat u de hele lade zakken en plaatst u deze er helemaal in.
Als u de lade met kracht plaatst, kan het papier scheef komen te zitten en verkeerd worden ingevoerd.
Sluit de lade volledig.

ENVELOPPE IN LADE LADEN

Plaats het papier met de kopieer- en afdrukzijde omhoog. Het schema toont een voorbeeld van afdrukken op de voorzijde.
Enveloppen mogen niet groter zijn dan het maximale aantal vellen (20) in lade 1 en het maximale aantal (50) in lade 2, en mogen de aangegeven regel niet overschrijden.
Enveloppen met driehoekige kleppen kunnen niet worden gebruikt in de lade.

Houd rekening met de volgende punten bij het plaatsen van enveloppen

  • Verwijder krullen
  • Zorg ervoor dat ze vlak zijn, en geen lucht bevatten
  • Zorg ervoor dat de vier gevouwen randen platgedrukt zijn (voor items met kleppen, drie randen)
  • Lijn uit op een vlak oppervlak
    • Druk, voordat u enveloppen in lade gaat afdrukken, een test af om de resultaten te controleren.
    • Als de enveloppe niet strak gevouwen is, krom of gebogen is, kan dit vastlopen veroorzaken.
    Taal

    Version 02a / bpc131wd_usr_02a_nl

    ↑Eerste pagina