SHARP

Taal

BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u in het beginscherm van de basismodus een bestemming invoert.
DE FAXMODUS SELECTEREN

MANIEREN OM EEN FAX TE VERZENDEN

Hieronder worden de methoden beschreven die kunnen worden gebruikt voor het verzenden van een fax vanaf het apparaat. Selecteer de methode die het beste aansluit bij uw behoeften.

Een groot aantal origineelvellen faxen:

gebruik de automatische documentinvoereenheid.
De originelen worden in het geheugen gescand en vervolgens verzonden (geheugenverzending).
Als meerdere origineelvellen worden geplaatst terwijl de lijn inactief is, worden deze na elkaar verzonden vanaf de gescande pagina parallel aan het scanproces (Snel On-Line Verzenden).
Als een fax niet onmiddellijk kan worden verzonden omdat de lijn bezet is, worden alle pagina's gescand en in het geheugen opgeslagen.
HET GEBRUIK VAN DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID VOOR VERZENDING

Faxopdrachten opslaan
Als een fax niet onmiddellijk kan worden verzonden omdat de lijn bezet is, worden alle pagina's gescand en in het geheugen opgeslagen. Als u een fax wilt verzenden terwijl het apparaat bezig is met de verzending van een andere fax dan kunt u de faxopdracht opslaan. Ga naar het opdrachtstatusscherm om opgeslagen faxopdrachten te controleren.
FAXOPDRACHTEN

  • Als het geheugen vol raakt terwijl de eerste origineelpagina gescand wordt, zal de verzending stoppen.
In de volgende situaties zal de verzending automatisch worden gereserveerd (geheugenverzending)
  • Als de lijn bezet is of er een communicatiefout optreedt en automatisch opnieuw verzenden wordt geactiveerd.
  • ALS ZICH EEN COMMUNICATIEFOUT VOORDOET
  • De lijn van het apparaat zal bezet zijn als een andere fax wordt verzonden of ontvangen, of als het apparaat bezet is.
  • Er was vóór uw fax al een andere faxverzending gereserveerd.
  • Een van de volgende functies is in gebruik voor verzending:
    • Distributieverzending, verzending met timer
  • De glasplaat wordt gebruikt (behalve als de luidspreker wordt gebruikt om te kiezen).
De instelling Snel On-Line Verzenden uitschakelen:
Selecteer op de Webpagina [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Faxinstellingen] → [Instellingen verzenden] → [Snel On-Line Verzenden].
Als u deze instelling uitschakelt, zal de verzending pas beginnen als alle pagina's zijn gescand. NB: deze instelling geldt niet voor handmatige verzending.

Dikke originelen of pagina's van een boek faxen:

Plaats het origineel op de glasplaat.
DE GLASPLAAT GEBRUIKEN VOOR HET VERZENDEN

  • Snel On-Line Verzenden is niet beschikbaar als een fax vanaf de glasplaat wordt verzonden.
  • Wanneer de glasplaat wordt gebruikt, is het niet mogelijk om meerdere origineelpagina's tegelijk te scannen. In dat geval kunnen de origineelpagina's worden gescheiden in meerdere scansessies.

Als u een fax vóór eerder gereserveerde faxverzendingen wilt verzenden:

Verzend de fax met de functie Direct verzenden. Het origineel wordt direct naar het ontvangende faxapparaat verzonden zonder eerst in het geheugen te worden gescand.
Wanneer u de functie Direct verzenden gebruikt, zal het verzenden beginnen zodra de actieve verzending is voltooid (vóór alle eerder gereserveerde verzendingen).
Tik op het menupictogram en vervolgens op de toets [Communicatie-instellingen] om de instelling te wijzigen in directe verzending.
DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID GEBRUIKEN OM EEN FAX TE VERZENDEN MET DE FUNCTIE DIRECT VERZENDEN
DE GLASPLAAT GEBRUIKEN OM EEN FAX TE VERZENDEN MET DE FUNCTIE DIRECT VERZENDEN

ALS DE LIJN BEZET IS

Als de lijn bezet is wanneer u een fax verzendt, zal er na een standaardinterval automatisch opnieuw een poging tot verzenden plaatsvinden. Dit werkt alleen bij de functie Geheugenverzending. Bij de functie Direct verzenden of Handmatig verzenden wordt de verzending geannuleerd. Wacht enkele seconden en probeer vervolgens opnieuw de fax te verzenden.

Verzending annuleren:
Ga daarvoor naar het taakstatusscherm.
FAXOPDRACHTEN
Het aantal oproeppogingen en het interval tussen pogingen instellen:
Selecteer in het bedieningspaneel [Systeeminstellingen] → [Faxinstellingen] → [Instellingen verzenden] → [Opnieuw oproepen indien bezet] (Selecteer op de Webpagina [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Faxinstellingen] → [Instellingen verzenden] → [Opnieuw oproepen indien bezet]).
Als deze instelling is ingeschakeld, zal het apparaat niet proberen de fax opnieuw te verzenden als handmatige of rechtstreekse verzending wordt gebruikt.

ALS ZICH EEN COMMUNICATIEFOUT VOORDOET

Als zich een communicatiefout voordoet of het andere faxapparaat de oproep niet binnen een vooraf ingestelde tijd beantwoordt, zal er na een vooraf ingestelde tijdsinterval automatisch opnieuw een verbindingspoging worden gedaan. Dit werkt alleen bij de functie Geheugenverzending.

Faxen die door directe verzending of manuele verzending zijn verzonden, worden niet automatisch opnieuw verzonden.
Verzending annuleren:
Ga daarvoor naar het taakstatusscherm.
EEN HUIDIGE OPDRACHT ANNULEREN
Het aantal pogingen om opnieuw een oproep te plaatsen instellen, evenals de tijd tussen de pogingen, als een verbinding mislukt door een fout:
Selecteer in het bedieningspaneel [Systeeminstellingen] → [Faxinstellingen] → [Instellingen verzenden] → [Opnieuw bellen indien communicatiefout] (Selecteer op de Webpagina [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Faxinstellingen] → [Instellingen verzenden] → [Opnieuw bellen indien communicatiefout]).

FAXBESTEMMING BEVESTIGINGSMODUS

In deze modus wordt een bestemmingsbevestigingsbericht weergegeven wanneer een fax wordt verzonden om te voorkomen dat de fax abusievelijk naar de verkeerde bestemming wordt verzonden. Dit stelt u in de instellingsmodus in. Als een fax wordt verzonden terwijl deze functie is ingeschakeld, wordt een adresbevestigingsbericht weergegeven wanneer op de toets [Start] wordt getikt.
Het bericht dat wordt weergegeven, is afhankelijk van de methode die wordt gebruikt om de bestemming op te geven.

Als u op de toets [Luidspreker] hebt getikt terwijl "Faxbestemmingbevestigingsmodus" is ingeschakeld, kan de bestemming niet worden opgegeven met behulp van de toets [Adresboek], de toets [Directe invoer] of de toets [Verzendgeschiedenis]. Verzending via de telefoon is wel mogelijk.
Verzending via een telefoon is echter wel mogelijk.
Selecteer in "Instellingen" [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Faxinstellingen] → [Standaard- Instellingen] → [Faxbestemmingbevestigingsmodus].

Een bestemming die met de cijfertoetsen is opgegeven

Met "Faxbestemmingbevestigingsmodus" ingeschakeld, en "Opnieuw invoeren vragen wanneer de faxbestemming direct wordt ingevoerd" ingeschakeld
Tik op de toets [OK] om het verzoekbericht opnieuw in te voeren.
Voer de bestemming opnieuw in via de cijfertoetsen en tik op de toets [OK].
Als de opnieuw ingevoerde bestemming correct is, tikt u op de toets [+] om direct de volgende bestemming in te voeren en tikt u op de toets [OK] om terug te keren naar het basisscherm.
Als de opnieuw ingevoerde bestemming onjuist is, wordt er een bericht weergegeven.
Tik op de toets [OK] en voer de bestemming opnieuw in.
Tik op de toets [Start] om de bestemming weer te geven die u hebt ingevoer in het bestemmingsbevestigingsscherm. Nadat u hebt bevestigd dat de bestemming juist is, tikt u op de toets [Verzending bevestigen] om het laden van het origineel te starten.
Met "Faxbestemmingbevestigingsmodus" ingeschakeld, en "Opnieuw invoeren vragen wanneer de faxbestemming direct wordt ingevoerd" uitgeschakeld
Tik op de toets [Start] om ingegeven bestemmingen weer te geven in het bestemmingsbevestigingsscherm. Controleer of de bestemmingen juist zijn en tik op de toets [Inv voor verz.] om met het scannen van het origineel te beginnen.

  • U kunt de cijfertoetsen gebruiken om faxnummers na elkaar in te voeren. In dat geval tikt u op om het faxnummer van de toe te voegen bestemming in te voeren.
  • Als er kettingkiezen is gebruikt, tikt u op toets [Onderbreking] om '-' in te voeren tijdens de bevestiging.
  • Voordat u op de toets [Inv voor verz.] tikt, kunt u scan- of andere instellingen wijzigen.
Instellen of opnieuw moet worden ingevoerd bij directe invoer:
Selecteer op de Webpagina [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Fax Instellingen] → [Voorwaarde-Instellingen] → [Faxbestemmingbevestigingsmodus] → [Opnieuw invoeren vragen wanneer de faxbestemming direct wordt ingevoerd].

Als een fax die in de verzendgeschiedenis is geselecteerd, opnieuw is verzonden

Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven afhankelijk van de methode die tijdens de vorige verzending is gebruikt om de bestemming op te geven.

Taal

Version 02a / bpc131wd_usr_02a_nl

↑Eerste pagina