In dit gedeelte worden de basisprocedures uitgelegd
voor het verzenden van een fax.
Plaats het origineel.
Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.Voer het faxnummer van de bestemming in.
Tik op de cijfertoetsen om het nummer van de bestemming rechtstreeks in te voeren of zoek het adresboek of nummer en vraag het op.Pas de instellingen aan.
Geef het origineelformaat, de belichting, de resolutie, enzovoort op.Verzend het origineel.
Tik op de toets [Start].U kunt 2 patronen instellen.
Selecteer op de Webpagina (beheerder)" [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld
Verzenden]
→ [Scaninstellingen] → [Voorwaarde-Instellingen] → [Snel On-Line Verzenden].
Stel "Verzendinstellingen" en "Ontvangstinstellingen"
in.
Tik op het pictogram [Menu], [Communicatie-instellingen] en [Verzendinstellingen]
Selecteer een verzendmethode uit [Geheugen TX] of [Directe TX].
Tik opTik op het pictogram [Menu], [Communicatie-instellingen] en [Ontvangstinstellingen]
Selecteer een ontvangstmethode uit [Automatische ontvangst], [Handmatige ontvangst] of [Antwoordapparaat].
Tik opVersion 02a / bpc131wd_usr_02a_nl